Denominaties in het Onderwijs

Er zijn twee soorten onderwijs in Nederland. Zo staat ‘openbaar onderwijs’ open voor iedere leerling en elke leraar. Scholen die vanuit een bepaalde godsdienst en/of levensovertuiging lesgeven, vallen in de categorie ‘bijzonder onderwijs’.

 

Openbaar onderwijs

Er is geen godsdienst of levensovertuiging die ten grondslag ligt aan dit type onderwijs. Openbaar onderwijs is daardoor ook toegankelijk voor alle leerlingen en elke docent. Iedere Nederlandse gemeente is wettelijk verplicht om openbaar onderwijs aan te bieden of voorzieningen te treffen zodat jeugdige inwoners kunnen deelnemen aan openbaar onderwijs in de directe omgeving.

 

Bijzonder onderwijs

In het bijzonder onderwijs speelt godsdienst, geloofsovertuiging of een onderwijskundig perspectief wel een grote rol in het verzorgen van de lessen. Hierdoor mogen deze scholen bepaalde gedragen van hun leerlingen en leerkrachten vragen of juist verbieden. Een voorbeeld: een katholieke school mag het dragen van een hoofddoek op school verbieden. Het is echter wel belangrijk dat een school nooit mag discrimineren. Voelt een werknemer van een school zich toch gediscrimineerd, dan kan hij zich richten tot het College voor de Rechten van de Mens.

 

Confessioneel bijzonder onderwijs

Het bijzonder onderwijs kan onderverdeeld worden in confessioneel bijzonder onderwijs en algemeen bijzonder onderwijs. Confessioneel bijzonder onderwijs is gestoeld op een religieuze of levensbeschouwelijke basis. Bekende voorbeelden zijn: hindoestaans, islamitisch, joods, protestants-christelijk, reformatorisch en rooms-katholiek. Mogelijk iets minder bekende vormen van confessioneel bijzonder onderwijs zijn: humanisme, oecumenisch en interconfessioneel. Van ouders wordt verwacht dat ze de visie en uitgangspunten van de school onderschrijven. Sommige bijzondere scholen vinden het voldoende als de ouders de grondslag respecteren.

 

Humanistisch vormingsonderwijs

In humanistisch vormingsonderwijs leren kinderen om zelf keuzes te maken en te verantwoorden. Ook worden ze aangemoedigd om te communiceren over wat ze denken, voelen, willen en doen. Humanistisch vormingsonderwijs leert leerlingen niet wát ze moeten denken maar dát ze moeten denken. Burgerschap wordt ook gestimuleerd, hiermee wordt bedoeld dat men verantwoordelijkheid neemt voor de wereld om hen heen.

 

Oecumenisch onderwijs

Binnen het oecumenisch onderwijs wordt het eigene van de verschillende geloofstradities binnen het Christendom als een verrijking voor het geheel gezien. Kinderen worden bij hun levensbeschouwelijke ontwikkeling ondersteunt waarbij verschillende godsdiensten en levensvisies aan bod komen. Ieder kind wordt gestimuleerd een eigen kijk op het leven te ontwikkelen en te bepalen wat voor hem zinvol, mooi, waar en echt is. Er is het besef van verbondenheid met elkaar, ondanks alle verschillen in geloofsbeleving. 

 

Interconfessioneel onderwijs

Interconfessioneel onderwijs betekent dat er wordt uitgegaan van het gemeenschappelijke geloofsgoed van zowel de Rooms-Katholieke als Protestants-christelijke traditie. Het uitgangspunt is daarbij niet een enkele geloofsovertuiging. Kinderen krijgen een brede levensbeschouwelijke vorming mee, dus aandacht voor bijzondere accenten uit diverse tradities en respect voor elkaars eigenheid.

 

Algemeen bijzonder onderwijs

Scholen die lesgeven vanuit een bepaald onderwijskundig of opvoedkundig perspectief vallen in de categorie ‘algemeen bijzonder onderwijs’. Het klassikaal leren is veelal minder prominent aanwezig. Ontwikkelings- en ervaringsgericht leren typeren deze stromingen. De leraar heeft naast lesgevende taken ook vaak een coachende rol, omdat de inbreng en invloed van de leerling op zijn eigen ontwikkeling veel groter is.

 

Montessorionderwijs

‘Help mij het zelf te doen’ is het motto van montessorionderwijs. Op een montessorischool leren kinderen zelfstandig leren en werken. Ze kiezen dagelijks hun eigen werk en bepalen zelf hoe lang ze hiermee bezig zijn. De leerkracht begeleidt hen, observeert uitgebreid en biedt waar nodig stimulatie, motivatie en richting.

 

Daltononderwijs

Daltononderwijs is een onderwijsconcept waarin zelfstandig werken, eigen keuzes maken en samenwerken de uitgangspunten zijn. Dit type onderwijs streeft ernaar om niet alleen kennis over te brengen, maar ook kritische denkvaardigheden bij te brengen. Leerlingen krijgen de ruimte binnen een flexibel rooster aan verschillende taken te werken, op hun eigen tempo. Ze werken zelfstandig of in groepjes, en ze reflecteren op hun eigen leerproces. De docenten vervullen een begeleidende rol.

 

Jenaplanonderwijs
Ieder kind is uniek in zijn ontwikkeling, talenten en leerstijl. En omdat ieder kind uniek is, gaat het er bij jenaplan om dat kinderen leren van die verschillen en dat zij die respecteren. De meeste jenaplanscholen werken daarom met stamgroepen, waarbij kinderen van verschillende leeftijden bij elkaar in een groep zitten.  Jenaplanscholen zien ouders als partners in de opvoeding en in de schoolse ontwikkeling. Een jenaplanschool geeft niet alleen aandacht aan schoolse kennis en vaardigheden zoals lezen, schrijven en rekenen. De school besteedt ook aandacht aan gesprek, spel en viering.

 

Freinetonderwijs
Freinetscholen gaan uit van de belevingswereld van de kinderen en niet van opgelegde lesdoelen. In het freinetonderwijs speelt ontdekkend leren een grote rol. Daarom stellen kinderen zelf hun leerplan op en zij leren om vooral zelf op onderzoek uit te gaan. Ze leren bovendien van elkaar, omdat er wordt benadrukt dat de kinderen elkaar onderling vertellen waar ze aan werken. Dit alles zorgt voor een grotere motivatie om te leren.

 

Antroposofisch Vrijeschoolonderwijs

Een vrijeschool heeft het streven dat een kind uitgroeit tot een volwassene die beschikt over een helder denkvermogen (hoofd), een evenwichtig gevoelsleven (hart) en wilskrachtig handelen (handen). Op een vrijeschool worden alle vakken in onderlinge samenhang aangeboden. Het doel is een leeromgeving te creëren waarin kinderen hun volledige potentieel kunnen ontwikkelen in harmonie met hun natuurlijke groeiprocessen.

 

Vrijheid van onderwijs

Op basis van artikel 23 van de Grondwet over de vrijheid van onderwijs mag iedereen een school oprichten en deze naar eigen overtuiging inrichten. In de praktijk bleek dit echter niet gemakkelijk te realiseren. Per 1 juni 2021 geeft de Nederlandse overheid meer mogelijkheden voor het oprichten van nieuw type scholen.

 

Kwaliteit van het onderwijs

De Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de kwaliteit van alle openbare en bijzondere scholen. Ook toetst de Inspectie of er voldoende uren les wordt gegeven. De Inspectie houdt zich niet bezig met onderwerpen die voortkomen uit de grondslag (godsdienst of levensovertuiging) van de scholen.

 

Thuisonderwijs en afstandsonderwijs

Thuisonderwijs of home schooling is geen bij wet erkende vorm van onderwijs. Alleen als kinderen vrijgesteld zijn van de leerplicht kunnen de ouders of verzorgers ervoor kiezen om de kinderen zelf te onderwijzen. Vrijstelling kan ontstaan op lichamelijke en psychische gronden (het kind is ‘niet leerbaar’) of als ouders overwegende bedenkingen hebben tegen de richting van alle scholen in de buurt.

Thuisonderwijs is niet hetzelfde als afstandsonderwijs. Van afstandsonderwijs is sprake als het kind tijdelijk niet naar school kan, door bijvoorbeeld ziekte of een pandemie. Het kind is dan wel degelijk ingeschreven bij een school en de school verzorgt lessen via internet of anderszins.